Toen we dit huis kochten, in 2012, bestond vrijwel de hele benedenverdieping uit garages. Een deel ervan hebben wij getransformeerd in een appartement en een kleine studio. Voor Rien bleef er nog een behoorlijke werkplaats over. Daar kun je dus elk latje, dat misschien óóit nog eens van pas komt, wel bewaren. Gelukkig hebben we hier een vuilstort, waar de één zijn hout naartoe brengt en een ander het weer ophaalt. We recyclen dit dus.
Ook gevonden in de opslag: de elektrische piano, gekregen toen manlief 50 jaar werd. Bijna nooit gebruikt, dus meeverhuizen en er dan weer niks mee doen? We gaan kijken of we via de muziekschool iemand er blij mee kunnen maken.
In de omgeving hier zijn 3 skigebieden, logisch dus dat wij ook ski’s hebben. Maar het zal wel de leeftijd zijn: we durven al jaren niet meer met die latten de berg af. Als ik ze, samen met de skischoenen en skikleding, geef aan de eigenaar van de sportzaak, bedankt hij me namens “ de arme kinderen”. Dat klinkt schattig, maar er passen minstens 2 kinderen in mijn skibroek…En Riens schoenen maat 43 ook voor een kind???
Rien is overigens niet de enige verzamelaar hier. In mijn buanderie, de ruimte waar de wasmachine staat, heb ik minstens 50 lege jampotten opgeslagen. En ook -tig flesjes voor als we zelf likeur maken. Hups, de glasbak in.
Een steengrill die ooit eens in een kerstpakket zat, is in 30 jaar nog nooit gebruikt, daar mag een ander van gaan genieten.
Nog een paar modegrillen: 6 aardewerken stoofpotjes voor de table d’hôte…idem. Nog meer ovenvaste schaaltjes, die we al meer dan 25 jaar hebben. Het inpakpapier van de verhuizing in 2001 zit er nog om…Bij de Intermarché hebben ze momenteel een spaaractie voor die dingen. Hier gratis op te halen…
We vinden de speciale brander terug voor een echte paellapan, plus bijbehorende pan voor 20 personen. We dachten dat we die op de camping hadden achtergelaten en hebben er dus nooit meer naar gezocht.
Gelukkig is onze femme de menage een verwoed kookster. Ook al kent ze de pan met bijbehorende brander niet, ze ziet meteen mogelijkheden voor haar frequente feestjes.
De zolder is al net zo’n vergaarbak. Zo hebben we netjes de hele boekhouding van de camping minstens 10 jaar lang bewaard, omdat we dachten dat het verplicht was. Nu blijkt dat het slechts 5 jaar is. En omdat we in 2012 het bedrijf hebben verkocht, kan alles nu ineens weg. Dat is niet een kwestie van de troep in de kliko storten, er zitten klantgegevens bij plus onze financiële administratie. Hele middagen ben ik daardoor aan het versnipperen.
Nóg zo’n vondst: ongeveer 10 jaar lang heb ik iedere 2 weken een Frans tijdschrift met recepten gekocht en daar uitgescheurd wat voor de camping interessant zou zijn. Op die manier verzamelde ik een paar duizend recepten die nog opgeruimd moeten worden. Ze gaan nu ongezien de papierbak in. Net als mijn kookboeken trouwens: niemand wil ze hebben, want je vindt tegenwoordig elk recept sneller op Internet. Maar ja, de 7 mappen met de toppertjes van de camping moet ik wel bladzijde voor bladzijde bekijken. En wat is dat weer leuk! We maken grapjes met elkaar: zullen we weer een camping beginnen? Kan ik weer koken en Rien grasmaaien…
Op zolder staat ook een hele verzameling bloempotten. Minstens 15 daarvan zaten al in de verhuiswagen van Nederland naar Frankrijk, die zijn dus minstens 20 jaar oud. Alle vrienden weten dat ik gek ben op planten, dus krijg ik die vaak cadeau, samen met een sierpot. Moet dat alles wéér de verhuiswagen in? In Die zit 1 plantenzaak waar je ook een stijlvol boeket kunt kopen. En dat is best bijzonder: toen we hier net woonden stuurde Riens moeder regelmatig een boeket via Fleurop. De plaatselijke bloemist maakte er dan een bontgekleurd iets van, het leek meer op een grafstuk. Dat was nog peperduur ook.
De nieuwe eigenaresse is een leuke jongedame, die met smaak een boeket opmaakt. Ik zou haar graag blij maken met mijn potjes. En dat lukt, om een bijzondere reden. Klanten met een kleine beurs zou zij graag een bijpassende bloempot schenken. Dat meent ze echt. Nou, veel geluk ermee.
In de werkplaats hebben we ook een kast met verfspullen. Sommige blikken hebben we rond het jaar 2003 gekocht in Nederland, omdat het een aanbieding was, en ze zitten nog steeds dicht. Ik zet ze in de auto, wil het terrein van de vuilstort oprijden en daar gebeurt iets bijzonders: er is een organisatie die bruikbare bouwmaterialen inzamelt. De man wordt helemaal enthousiast van de inhoud van mijn autootje en pakt hem zelf leeg. Dat moet ik onthouden. Bij de kringloop zien ze me inmiddels ook graag komen. Daar bieden ze meteen aan om meubels bij ons te komen ophalen. Ho,ho, zover ben ik nog niet…
Waren dit tot nu toe allemaal spullen waar ik gemakkelijk afstand van kon doen, nu wordt het anders. Voor mijn studie Nederlands heb ik indertijd prachtige boekjes met Middelnederlandse teksten gekocht, zoals Van den Vos Reynaerde, Lucifer en anderen. Later spaarde ik een hele serie boeken van bekende Nederlandse schrijvers. Nooit gelezen, omdat ik daar toen de tijd niet voor nam. Die wegdoen is best moeilijk.
Maar…weer iemand voor gevonden!
In Die hebben we een heel bijzonder cafeetje, Andarte. Zolang we hier wonen gingen we er nooit naar binnen. Op het terrasje zaten nogal eens wiet rokende alternatievelingen. Dat trok ons niet zo. Door een van de Nederlanders hier, Professor J, worden we uitgenodigd om er een kop koffie te drinken en dat is een openbaring! Goeie koffie, lekker sfeertje en een piano voor wie er wil spelen. In de bibliotheek achterin zijn we nog niet eens geweest. Professor J. komt daar zeer regelmatig en daarom heeft hij ook een oplossing van ons boekenprobleem: de eigenaresse wil alles wel hebben, dan kan ze in de zomer ermee langs de campings om daar die boeken te verkopen…
Nu nog alles van de bovenste etage naar de kroeg verplaatsen. Maar misschien hebben we daarvoor wel hulptroepen. Omdat we ons huis hebben verkocht, willen allerlei mensen langskomen. Het kan niet op, zei Rupsjenooitgenoeg. Het hele gedoe met een verhuizing is best stressvol, maar die bezoekers maken me weer blij.
En Rien? Die krijgt het af en toe Spaans benauwd van mijn opruimwoede. En vindt dat ik hyper ben. “Heb je soms weer last van je schildklier?” vraagt hij. Maar ik denk: Opgeruimd staat netjes.