Sereen, kálm, en misschien ook wel een beetje saai: dat is de wereld om ons heen.
De opsluiting duurt nu al meer dan 5 weken en in die periode zijn de voorwaarden steeds een beetje aangescherpt: binnen een kilometer van je huis blijven, boodschappen doen in de dichtstbijzijnde winkel, gedurende maximaal een uur en in je eentje. Er is ook een avondklok: niet naar buiten tussen 21 tot 6 uur.
Dat betekent absolute stilte op straat. Heel af en toe rijdt er een vrachtwagen of een bestelbusje, personenauto’s zie je nauwelijks. De trein hebben we ook al weken niet gehoord. Normaal loeien hier om het minste of geringste de sirenes van ambulances, brandweer en politie. En bijna dagelijks landde er een helikopter voor patiëntenvervoer, maar ook die is vrijwel geheel uit de lucht genomen.
Dat betekent een serene kalmte, de hele dag. We hóren ineens onze buren. Het ene stel bestaat uit vijftigers, die normaal fulltime werken. Nu zijn ze aan het klussen. En heel schattig: omdat wij de oudsten zijn, komt buurman even informeren of alles goed met ons gaat.
In het huis meteen naast ons woonde eerst een oudere dame, met wie we een wisselend contact onderhielden. Zo hadden we eens een leuke, jonge tuinman, Mohammed. De buurvrouw vroeg ons netjes of zij wel even met hem mocht praten. Om vervolgens zo’n heftige ruzie met hem te maken, dat Mohammed nooit meer op kwam dagen. Eenmaal probeerde ze ook Rien op de kast te jagen, maar die werd daar niet warm of koud van…
Nadat ze voorgoed het verpleegtehuis inging was het huis binnen een mum van tijd verkocht. Ineens is er weer leven in de brouwerij. En eindelijk functioneert ook de afscheiding tussen de beide tuinen. Toen we hier kwamen wonen maakten we meteen een hek van gaas om onze poezen binnen boord te houden. En op het terras boven was een grote hor neergezet. Alle drie namen zij die hindernissen binnen vijf minuten om daarna triomfantelijk omhoog te kijken: Kijk eens wat we kunnen? Gelukkig liepen ze niet weg. En nu, eindelijk, hebben we plezier van die afscheiding. De poezen blijven namelijk redelijk in hun eigen kamp.
Alhoewel…… net als ik deze column wil plaatsen stapt de zwarte kat bij ons de woonkamer binnen. Gaia vindt het niet leuk, maar krijst niet eens. Die worden wel vriendjes.
Natuurlijk moet ik wel boodschappen doen. Maar eerst je verklaring invullen, de kleffe plastic handschoentjes aandoen…het is geen lolletje. En ook in de supermarkt loop je niet lekker te slenteren. Het is namelijk een behendigheidswedstrijd, je ontwijkt zoveel mogelijk andere mensen, want niet iedereen houdt zelf netjes afstand. Terwijl ik op 1,5 meter blijf bij een caissière, hijgt een jongen ongeveer in mijn nek, omdat hij gecharmeerd is van die jongedame.
En bij de deur hangen 3 zwervers rond, waarvan er eentje mijn boodschappenkar bijna induikt, om het vrijkomende muntstuk te bietsen. Natuurlijk dragen zij geen maskers.
Ik ook niet, want die zijn hier niet te koop. Wel heb ik een sjaal en als iemand te dichtbij komt, kruip ik daarin weg.
Het is trouwens wel grappig om te zien hoe inventief mensen worden. Een oud baasje bijvoorbeeld heeft een vierkant lapje voor zijn gezicht hangen, hij ziet eruit als een echte struikrover.
Onze makelaar komt langs en toont mij haar zelfgemaakte masker. Het zijn 2 koffiefilters over elkaar en aan de zijkanten wat elastieken. Zo debiel ga ik echt niet over straat! Ze draagt hem zelf overigens ook niet.
In principe zijn alle bedrijven geopend, die “noodzakelijke” dingen verkopen. Voedsel is natuurlijk logisch, maar bouwmaterialen? Die zaak is alleen voor “professionals” geopend. Daarom vragen ze of je een rekening hebt. Ja, die hebben we, ook al gebruiken we die niet meer. Dat maakt niet uit. Bij het tuincentrum verkopen ze o.a. diervoeding, de verkoop daarvan is noodzakelijk. Ik laad een kar vol Geraniums, koop 1 zakje brokken voor de poes en dat mag. Overigens hebben ze wel een streng deurbeleid: het aantal mensen dat naar binnen mag is beperkt en dus staan er lange rijen.
Vanaf dat we hier wonen zegt Rien regelmatig: Bureaucratie is een Frans woord. En ook in tijden van Corona wordt dat niet minder. Een vriend van ons wil een herhalingsrecept verlengen, maar moet persé op het spreekuur komen. Dat weigert hij en zijn Nederlandse huisarts is best bereid het recept te mailen. Kort daarna blijkt de Franse huisarts Corona te hebben…
Mijn controleafspraak met de reumatoloog was al een keer verplaatst. Nu belt ze zelf: Of ik echt wil komen, of ik klachten heb. Zo niet, dan kan het consult telefonisch.
Ik heb eigenlijk alleen een herhalingsrecept nodig, maar dat kan dus niet per telefoon. Wel wordt er een afspraak gemaakt voor een teleconsult. Wat is nou het verschil?
Waarschijnlijk is dat een andere vorm van registratie. En waarom zou je het gemakkelijk doen als het moeilijk kan?
Nou ja, het scheelt me een rit naar Valence van 140 km.
Ondertussen zijn we wel Corona moe. In het begin volgden we al het nieuws in Frankrijk en in Nederland, maar we werden er onrustig en gespannen van. Het is net als met programma’s zoals “Opsporing Verzocht”. Kijk een avondje en je denkt dat heel Nederland vol zit met misdadigers. Hier worden in het weekkrantje al een poos niet meer de ernstige ongelukken en inbraken etc gemeld. Dat voelt ineens een stuk veiliger. Ben ik een struisvogel? Niet helemaal, ik lees wel alle maatregelen en adviezen, maar hoef niet iedere avond de mening van Jan en Alleman te horen.
Ik ben corona moe, u ook ?
Daarom was dit mijn laatste column over dat onderwerp.
Een leuke afsluiter: een foto van de schitterende Tamarisk in onze tuin.