In augustus schreef ik een column over makelaars met de Franse slag. Na die ervaringen en óók omdat het zo’n leuk seizoen was, wilden we ons huis helemaal niet meer verkopen.
Maar ja…
In oktober komt er ineens een telefoontje van onze makelaar, Lotte. Ze vraagt een visite. Nou, daar ben ik rap klaar mee: “Dat kan niet, want we zijn op vakantie”. Maar ze laat zich niet afschepen. “Het zijn aardige mensen, kapitaalkrachtig ook.” Of onze femme de menage geen sleutel heeft? Zij redt zich dan wel in het huis. Om ervan af te zijn zeg ik toe onze oppassers om toestemming te vragen. Die vinden de afleiding echter wel gezellig, dus ik kan niet meer terug.
De visite verloopt bijzonder. De kijkers staan minstens een half uur in de boomgaard te kijken en te overleggen, en vliegen het huis daarna in een oogwenk door. Vervolgens bedenken ze thuis dat ze de helft gemist hebben. Daarom komen ze de volgende dag nog een keer terug. En dan krijg ik via de makelaar een serie vragen op me afgevuurd – nog steeds tijdens de vakantie- waarvan ik helemaal ongesteld word. We zijn er, achteraf gezien, duidelijk nog niet aan toe.
Twee koppels willen ons huis samen kopen en een derde stel wil een huis in de boomgaard bouwen. Die toestemming komt er nooit, want om 3 redenen is ons terrein beschermd: onder de rook van het historische stadje Die, met de voeten in Nationaal Park De Vercors én vlakbij een (privé)kasteel. Dat vul ik meteen – en ten onrechte- als volgt in: dat wordt een voorlopig koopcontract met allerlei ontbindende voorwaarden, bijvoorbeeld dat alle stellen hun financiering rond moeten krijgen en dat die bouwvergunning er moet zijn. En dat nog los van het feit dat ze onderling ruzie kunnen krijgen en het hele plan van tafel gaat. Ik wil er niet eens over nadenken, ben echt kortaf. “Nee, niet nu!”
Lotte blijft de rust zelve: “Het zijn aardige mensen, ze passen precies bij jullie.” Die makelaar is echt een schatje, dus ik durf niet te zeggen dat ze wat mij betreft de pot op kan.
Meteen na de vakantie komt ze ons even bijpraten. Lotte vertelt dat ze met deze mensen op weg was naar een ander huis, ze reed bij ons voorbij en zei en passant: “Dit had ik ook in de verkoop”. Er wordt gestopt, de mensen kijken door de opening in de poort en zijn op slag verliefd, un coup de coeur. Zoals ons dat ook overkwam in 2012…
Die derde woning is inmiddels van de baan. De twee andere koppels stellen geen ontbindende voorwaarden, niet qua financiering en niet qua bouwvergunning voor een tweede huis op de benedenverdieping. Ze hebben speciaal voor dit project een SCI opgericht, een société civile immobilière. De SCI wordt eigenaar van het pand. Overlijden, scheiding, ruzie et cetera is daarin afgedekt. Daar krijgen wij niet mee te maken.
Voor ons is het prettig dat er geen ontbindende voorwaarden zijn, want in Frankrijk komt het regelmatig voor dat een verkoop op het allerlaatste moment niet doorgaat.
Wat ik bijzonder vind: de mensen vragen zelf of ze met ons mogen kennismaken. En dat is meteen gezellig, er is duidelijk een klik. Een mooi voorbeeld is dat ze meedenken met een probleem van ons: de normen van de riolering zijn veranderd, waardoor wij een deel van het systeem moeten vervangen. En ze begrijpen dat wij op heel korte termijn duidelijkheid willen van hen: Het is nu of niet. De reserveringen voor de appartementen stromen namelijk al binnen. De andere dag doen ze meteen een bod dat we niet kunnen weigeren.
Na het tekenen van het voorlopig koopcontract gaan ze gezellig mee voor een borrel. Het is vergelijkbaar met de nieuwe eigenaar van de camping: we hebben na 8 jaar nog steeds een leuk contact met hem en zijn gezin.
En dan, als de voorlopige koopakte is getekend, begint onze zoektocht naar een ander huis. Hier bestaat geen Fundapagina, iedere makelaar adverteert apart, en er zijn mensen die zomaar huizen verzamelen op hun website. Niet iedereen houdt bij of een huis al is verkocht. Knap lastig dus.
Net als na de verkoop van de camping in 2012, zetten we onze woonwensen op papier. Toen reageerde geen 1 van de 10 makelaars die we hadden gemaild. Daarom gaan we nu persoonlijk langs, wat trouwens ook niet veel oplevert.
Gelukkig denkt Lotte wel positief mee.
Al voordat een mooi huis op de markt komt seint ze ons in. Maar helaas, het is van voor naar achter en van links naar rechts volkomen ingebouwd tussen andere huizen. Pand nummer 2 ligt aan de drukke provinciale weg, die je ook continu hoort. Als we ons poesje willen beschermen tegen langsrazende auto’s moeten de muren rond de tuin een extra meter worden opgehoogd. Dat wordt een gevangenis. Pand nummer 3 is financieel wel aantrekkelijk, omdat het in feite om 2 woonhuizen gaat. Maar de hoeveelheid werk die er verzet moet worden schrikt ons erg af. Vanaf ons eerste eigen huisje, gekocht in 1973, was geen klus ons te veel. Nu is het op. En dan komen we bij pand nummer 4. Echt een wereldplek: uitzicht op de rivier, op het stadje Die en op de besneeuwde Glandasse. Maar… het bouwkundig rapport is vernietigend. We piekeren een heel weekend, vrienden gaan nog een keer mee om te kijken en dan is het klaar: Te veel werk, teveel kosten. Lotte tipt ons nog een paar keer, telkens hoop je dat het iets is en steeds wordt het een teleurstelling. We schieten daardoor redelijk in de stress. Rien, normaal een goede slaper, stuitert nu in zijn bed. Ik heb met de migraine het ritme van de camping weer te pakken: iedere 36 uur een pil.
En dan komen onze dierbaren in actie: ze gaan huizen zoeken en zelfs bekijken, bieden hun hulp aan bij het inpakken van de inboedel of bij klusjes die nog gedaan moeten worden, of willen wel oppassen op de poes, als dat nodig zou zijn. En onze werkster spant de kroon: Haar man, aannemer, kan echt binnen een maand een huis voor ons bouwen. Stenen stapelen wel ja, maar ze vergeet dat je een kavel moet hebben, een tekening en een bouwvergunning. En dan de andere vaklui die niet op tijd op komen draven… Ik krijg het er Spaans benauwd van. Maar het is wel heel lief bedacht.
De overdracht is gelukkig pas over een half jaar, we hebben nog even. En…zowel in Frankrijk als in Nederland is er een tijdelijke oplossing, dus we hoeven niet in de open lucht te slapen. Maar het wordt wel een spannend jaar.