Frankrijk is een prachtig land om te wonen. Niet alleen qua natuurschoon, maar ook de mentaliteit van laisser faire, —leven en laten leven-, spreekt ons bijzonder aan.
En toch zijn er hier zaken die ons hogelijk verbazen. Dat geldt trouwens niet alleen voor Frankrijk.
Maar we wonen nou eenmaal hier en dus komen de voorbeelden van onze verbazing ook uit Frankrijk. Dankzij Napoleon gebruiken wij in de Nederlandse taal nogal wat Franse woorden. Garage, compromis, factuur, maar ook bureaucratie, regeltjes dus.
Toen we een andere auto kochten werd ons aangeraden om een kleine lening te nemen, want daarmee zouden we de garantieperiode aanmerkelijk verlengen. En, zeiden ze erbij, na een half jaar los je de lening af, maar de garantietermijn blijft dan wel gelijk. Dat is best een goed advies, maar de bureaucratie die hierbij komt kijken! De belastinggegevens van voorgaande jaren, een recente factuur van de elektriciteitsmaatschappij, identiteitsbewijzen…, alles willen ze weten. En als we uiteindelijk de auto ophalen moeten we meer dan 20 papieren van een paraaf c.q. handtekening voorzien. Dat was met de camping wel anders. De accountant adviseerde ons om niet steeds alle investeringen uit eigen zak te betalen, maar daarvoor bedrijfsleningen te nemen. Wilden we pakweg € 10.000, – lenen voor een nieuwe gîte, dan vroeg de bankmeneer: Wil je niet een beetje meer? En dat werd dan geregeld met 1 handtekening.
Nu rollen we opnieuw van onze stoel van verbazing. Sinds kort werkt de partner van onze tuinvrouw bij ons en we zijn heel blij met hem. Hij doet zijn werk heel secuur, denkt mee, adviseert ons, is betrouwbaar en stipt. Hij heeft daarnaast een vaste baan als onderhoudsman. Daar moet ook wel eens een lamp verwisseld worden. Tegenwoordig is daarvoor een cursus van 2 dagen vereist! In het eigen huis mag iedereen dat zonder diploma doen en nu, in overheidsdienst, moet je een formation volgen om op een trapje te mogen staan. Want anders moet je een steiger opbouwen. Schiet dat niet een beetje door?
Nog zo’n voorbeeld. Toen wij in 2002 een vergunning vroegen voor de table d’hôte moesten we daarvoor naar de douane. Er werd een formulier ingevuld, we betaalden € 10,- en dat was het. Als je er letterlijk en figuurlijk niks van bakt, blijft de klant vanzelf weg, zo was de redenering. Een paar jaar later moesten nieuwe campingeigenaren in de regio ineens 3 dagen naar een cursus. Dat een kennis van ons toen nog geen 1 woord Frans sprak, was geen bezwaar, hij was immers aanwezig geweest? De verkoop van de cursus was kennelijk belangrijker. Die indruk kreeg ik in ieder geval ook, toen ik in 2012 informeerde naar de nieuwste regels voor de table d’hôte. Omdat ik inmiddels 10 jaar ervaring had met het koken voor gasten, zou ik ontheffing kunnen krijgen. Een halve dag cursus à € 300,- was voldoende. En voor wat? Leren koken soms? Nou, mooi niet dus. Mijn grootse plannen heb ik in de kast gezet en nu kook ik slechts af en toe voor anderen.
De Fransen zijn echt dol op regeltjes en bureaucratie. Schrijf je een cheque uit van € 50,-, dan moet je je legitimeren. Is het bedrag hoger dan € 100,-, dan eist men 2 legitimatiebewijzen. En toch gaat het ondanks dat soort formaliteiten nog mis. Begin november kregen Rien en ik beiden een nieuwe bril. We waren bij een opticien, die zelf de vergoeding van zowel de basis- als aanvullende verzekering regelt. Dat is gemakkelijk. Terwijl we bij de opticien onze beide ziektepassen hebben laten zien, gaat het met die van mij mis. Ze hebben niet mijn nieuwe nummer geregistreerd en dat blijkt pas 5 maanden later. Maar dat is toch idioot? LaRam is mijn basisverzekering, Eovi is de naam van de aanvullende. Hoeveel Beijlens hebben ze daar in het bestand met een corresponderend adres en geboortedatum? Maar nee, zelf denken is er niet bij. Ze sturen elk verzoek om een vergoeding van de opticien gewoon terug: nummer correspondeert niet met de naam. Gelukkig is het de fout van de leuke opticien zelf, anders zou ik me nog schuldig voelen ook.
En voordat ik me nog meer kan opwinden over allerlei bureaucratie, gaan we weer even naar Nederland.
Sinds half februari hebben we dus de andere auto en er was sindsdien nog weinig gelegenheid om die uit te proberen. Natuurlijk, Rien zat dagen in de kar om alle knopjes uit te proberen. Ik daarentegen ben een paniekvogel met dat soort nieuwe dingen. Rien moet mij dus echt dwingen om ook achter het stuur te kruipen. Eerst was die versnellingspook al een probleem, maar goed, hij startte toch. Gewoon recht op de weg blijven was ook geen kunst, maar toen ik de cruise control ging proberen, werd het penibel. Net op dat moment ging namelijk de handsfree telefoon en stuiterde ik ook nog eens recht op een rotonde af. Ik dus volkomen in paniek, maar het liep goed af. Inmiddels lukt het allemaal wel…
Nu gaan we samen naar Nederland en heeft Rien de kans om alle nieuwigheidjes uit te proberen.
Hij vindt het prachtig dat de cruise control zich aanpast aan de voorganger: als die snelheid mindert, doet de auto dat automatisch ook. Als een andere bestuurder er plotseling tussen schiet, remmen wij ineens af. Wij rijden 130 km per uur als een vrachtwagen plotseling sterk van links naar rechts buigt voor een afslag en ik vlieg naar voren. De gordel houdt me tegen, maar mijn maag zit dubbel. Even later voegt Rien strak in in de linkerbaan, net achter de bumper van de voorganger. Auto remt automatisch af en mijn maag zit in de keel. “Goed he?”, glundert hij, “Hij doet het!” Maar ik voel me net een geklutst ei. Verder is het een mooie auto, dat wel. En ik heb mijn zin, hij is 20 cm korter. Al mag er nu wel minder bagage mee…En eerlijk is eerlijk, dat met die cruise control was gewoon even wennen.
De reis is verder een feestje en we slapen in een prachtig hotel, Scheid’s in Wasserliesch, net in Duitsland, met uitzicht op de Moezel ( foto boven). Eenmaal in Nederland hebben we het mooiste weer ooit. Tussen alle bezoekjes door kunnen we lekker in ons tuintje zitten. En we hebben zomaar 2 volle dagen zonder afspraken. Beide keren maken we een mooie wandeling langs de Vecht in Hardenberg. En met vriend R. eten we ook nog eens op een terras aan die Vecht, omdat hij toevallig daar gereserveerd heeft. Datzelfde geldt voor J. en M., ook zij nemen ons mee naar een restaurant aan die rivier. Toeval?
HJ en A leiden ons via een schitterende route naar een restaurant in Twente, waar we buiten kunnen lunchen. In alle opzichten is ook dat een lekker uitje.
Ik ga niet alle bezoekjes en alle attente cadeaus opnoemen, maar eentje verdient wel drie sterren. We hebben al geluk met drie fantastische oppasstellen voor poes en huis, nu heeft een van hen, J., voor ons een quilt gemaakt met alle poezen erop waar ze in de afgelopen jaren op gepast heeft. Dat moet haar honderden uren hebben gekost…
En terwijl wij in Nederland zijn, wordt in Frankrijk onze tuin aangepakt. Eigenlijk heb ik alleen maar wat te klagen over de bureaucratie, toch?