Half augustus ging ik volkomen onverwacht een paar dagen naar het ziekenhuis in Die, nu was het een geplande opname in het grote hospitaal van Valence. Dus vooraf een goed gesprek met de chirurg, met duidelijke voorlichting en een stapel papieren. Over bijvoorbeeld wat ik mee moet nemen voor het gesprek met de anesthesist. In Frankrijk krijg je alle onderzoeken, röntgenfoto’s etc. zelf mee naar huis, dus die moet je vaak meeslepen. Plus een formulier hoe ik me moest voorbereiden op de operatie. En een papier waarop stond waar ik moest zijn, met datum en tijd. Goed geregeld, zou je denken.
Ik moet er op een maandagochtend om 7 uur zijn en dan volgt de operatie om 9 uur. Voor die tijd moet ik douchen en mijn haar wassen met Betadinescrub. Er staat dreigend in de tekst dat je bij aankomst daarop gecontroleerd wordt… Zouden ze denken dat ik een zwerver ben, waar het vuil nog afgescrubt moet worden???
De reistijd bedraagt normaal al minimaal een uur, plus de wasbeurt, dat zou betekenen dat we uiterlijk om 5 uur moeten opstaan.Omdat de weersvoorspellingen slecht zijn – code oranje- is het allemaal erg onzeker, dus regelen we een hotel naast het ziekenhuis. Keurig op tijd ben ik er en dan op zoek naar B 50, 3e etage.
Het ziekenhuis heeft een hoofdgebouw A, een bijgebouw B plus de unit Spoedeisende Hulp. Maar B blijkt voor vrouwen te zijn, gynaecologie en bevallingen. Ik loop er 3 x omheen, alleen een ingang voor leveranciers is open op dat tijdstip.
Terug naar A, de ontvangstbalie is daar dicht tot 7.30 uur, er is werkelijk geen kip te zien aan wie ik de weg kan vragen. Ik zwerf het hele gebouw door, kom uiteindelijk bij een 3e etage, waar geen kamer 50 is… Wéér terug. Dan vind ik iemand die het gebouw kent en op basis van mijn brief weet waar ik moet zijn: in het hoofdgebouw, op de derde etage en daar de kamer vragen. Dat blijkt 305 te zijn.
Daar aangekomen moet ik snel het bed in, want de chirurg zou eerder kunnen beginnen. Dat gaat niet door, want ik heb de echo’s en dergelijke niet bij me. Ze willen Rien bellen om die te komen brengen, dat is dan weer 70 km enkele reis. Maar het pilletje -om rustig te worden voor de operatie- begint kennelijk al te werken, want ik denk: zoek het allemaal maar uit.
Het is ook onzinnig, zouden ze soms denken dat mijn schildklier plotseling in de grote teen zit??? Kennelijk komen ze daar ook achter, want ik ga op tijd richting chirurg, inderdaad B 50. Daar zijn 2 jonge honden tegelijk met me bezig. Ze doen automatisch wat ze moeten doen en babbelen ondertussen over wat ze het weekend hebben gedaan. Maar ze verstaan hun vak, ik heb niets van de echte OK gezien, volledig knock- out. Als ik weer bij bewustzijn ben, hoor ik 2 keer: ik heb u morfine gegeven.
Want pijn hoef je hier niet te hebben in Frankrijk. Dat is fijn, maar je eigen verstand moet je wel blijven gebruiken. Zo zei de huisarts eens tegen mij dat ze een goede pijnstiller voor de nek had. Dat leek me wel wat. Bij de apotheek hoorde ik dat ze niet voldoende op voorraad hadden. Ze dachten dat ik iedere dag 3 paracetamols van 1000 mg per pil zou gaan slikken en volgens het voorschrift gedurende een maand. Nou, mooi niet.
Binnen 3 uur ben ik weer terug op mijn kamer, met overal slangen en drains. De zorg is perfect, voor € 40,- extra per dag lig ik op een luxe eenpersoonskamer. De internist komt iedere dag laagvliegend langs, de chirurg ook, zelfs ‘ s avonds om 8 uur nog, met zijn excuses voor dat tijdstip. Rien noemt ze Zoef de Haas 1 en 2. Ze vinden me een modelpatiënt: niet misselijk van de narcose, geen koorts, en pijn die draaglijk is…Daar heb ik mooi geluk mee.
Alleen het eten, dat is weer een drama. Al mijn voedsel is gepureerd. Met groente, soep en een toetje gaat dat prima, maar het vlees… De eerste keer kan ik niet eens bepalen of het vlees of vis is. Kalfsvlees staat er op het menu. De tweede keer is het gemalen varkensvlees. Gehakt, zou je zeggen, maar onze poes krijgt iets wat daar op lijkt in haar bakje. De derde dag is het gepureerde kip. Het is dat dit op een papiertje staat, want ik proef het niet. Je zou er spontaan vegetariër van worden.
In zo’n Frans ziekenhuis is van alles te beleven. De verpleegsters zijn geweldig, maar ze maken onderling veel kabaal: ze zijn constant met elkaar aan het dollen. Misschien komt het omdat hier mensen qua kwaal bij elkaar liggen ( chirurgie) en net als ik niet doodziek zijn. Op mijn eerste avond hoor ik een leerling om hulp brullen. De oudere man aan de andere kant van de gang is even de weg kwijt: hij trekt zijn pyjama uit, omdat hij naar huis wil. De verpleegster is bang dat ze wordt aangerand. Ik lig vast aan het bed, kan haar niet te hulp schieten. De tweede dag wordt er een zwakbegaafde vrouw binnen gebracht in gezelschap van haar zoontje. Dat kind brult bijna 2 uur lang onverstaanbare woorden door de gang, niemand die hem corrigeert. Als hij weggaat brult moeder terug: venez me voir! Kom me opzoeken! Minstens 30 x. De appel valt kennelijk niet ver van de boom. Weer een dag later nog iemand die ze niet op een rijtje heeft. Om de haverklap wordt er bloed geprikt en dat is natuurlijk niet fijn, maar om nou te brullen alsof je doodgaat? Mijn vriendinnen, die me deze dagen doorslepen met Wordfeudspelletjes, vragen op welke afdeling ik eigenlijk terecht ben gekomen…
Geen saai moment hier. Als het me te dol wordt, doe ik gewoon mijn deur dicht…
En dan gaat er op het laatste moment toch nog iets fout. De drains worden eruit gehaald door een leerling en dat is pijnlijk. Daarna plakt ze de pleister er zo strak op dat ik Rien niet eens een zoen kan geven als hij op bezoek komt: mijn hoofd kan namelijk niet meer omhoog. En ’s avonds gaat alles van oorlel tot kin gloeien. Blijk ik plotseling allergisch te zijn voor zo’n pleister.
Als de wijkverpleegster de eerste dag na thuiskomst de wond komt verzorgen, vraag ik haar om een foto te maken: ik weet tot dan niet wat de chirurg ervan gemaakt heeft. Het is een behoorlijke snee geworden, zo groot dat ik denk: Dan had ie toch ook best een onderkinnetje weg kunnen snijden? Was ik er wel mooier op geworden.
Maar goed, dit hebben we weer gehad, voor de komende 10 jaar is het ziekenhuisbezoek wel weer genoeg geweest.