Sinds we in Frankrijk wonen, vanaf eind 2001, is dit de eerste winter dat we niet een grote klus onderhanden hebben. Dat is even wennen en eerlijk gezegd begint het ook alweer te kriebelen. Maar nu hebben we dus tijd om boeken te verslinden, om spannende televisieseries te volgen. En… ik maak een flinke spurt met mijn tweede boek.
Het gaat over de gasten die wij tussen 2002 en heden hebben ontvangen, vooral op de camping. Vanaf het begin heb ik alles opgeschreven, zo’n 1000 A-viertjes. Het kostte uren om alles te herlezen, zeker omdat er ook nog zoveel was dat ik niet aan het papier had toevertrouwd. En dat kwam allemaal weer bovendrijven…
We hebben het na afloop van een seizoen eens bekeken, hoeveel gasten er niet helemaal deugden. Dat waren op 400 inschrijfformulieren maximaal 2 stellen of gezinnen. Maar als je het hebt over echt bijzondere gasten, dan is dat percentage vele malen hoger. En bijzonder wil niet altijd zeggen negatief….
Zomaar een paar voorbeelden.
Meneer Bierbuik maakte het wel een beetje bont, vonden wij. Iedere middag kwam hij pontificaal op het terras een paar biertjes drinken. Zijn vrouw was daar vaak niet bij. Toen hij een keer moest afrekenen, vroeg Rien of hij ook het gebruik van de wasmachine wilde betalen. Dat bedrag stond namelijk al een paar dagen open en het was lastig voor onze boekhouding.
“O, nee hoor, dat doe ik niet. Dat zijn haar kosten! ”
En gratis kregen we het volgende verhaal erbij: “Voor haar verjaardag mocht ze van mij gaan winkelen met onze dochter. Ik ben achter de computer gaan zitten en hield de betalingen met de pinpas nauwlettend in de gaten. Op een gegeven moment heb ik gebeld dat het nu wel genoeg was.”
Achter het behang plakken, zo’n man! Rien hoefde zoiets niet te proberen. Ik had een beetje de neiging om tegen de vrouw te zeggen: “ Ruil hem toch in, je kunt wel beter krijgen.” Maar ja, daar had ik me niet mee te bemoeien.
Echt grappig was het volgende. Het gebeurde wel vaker, dat we 2 stellen met identieke namen op het terrein hadden staan. In het begin maakten we daar vergissingen mee, maar daarna vonden we daarvoor creatieve oplossingen. We maakten alfabetische lijsten van kampeerders, waarop ook ijsjes, pizza’s, drankjes en zo werden genoteerd. En als we 2 families Jansen hadden, dan maakten we ervan Jansen Cabanon of Zigeuner Jansen ( die dan op het zogenoemde zigeunerveld stond).
Maar in het begin deden we dat niet en daardoor ging er wel eens iets fout. In dit geval hadden we 2 families waarvan de namen leken op Mensink en Enting. Ik telde bij de familie Mensink 2 biertjes op, die de middag ervoor geconsumeerd zouden zijn. Diep, werkelijk diep verontwaardigd, antwoordde mevrouw Mensink: “Dat kan niet, dat doet mijn man nooit!”
Het was alsof ik haar man beschuldigde van overspel. Hoe erg is een misverstandje over een pilsje? Het was meneer Enting, die zich “zo had misdragen”…
Zo achter de bar gaven we mensen wel eens een bijnaam. Niet kwaad bedoeld hoor, maar wel om te lachen. Dit werd dus meneer Zuipschuit, terwijl ie geen drankje had aangeraakt.
De volgende man gingen we Lobbes noemen. Er was nog zo’n pittige mevrouw ( kennelijk zijn het altijd de vrouwen…). Bij aankomst nam hij als welkomstdrankje een biertje, terwijl zij voor een frisdrankje koos. Het smaakte hem wel, dus hij vroeg nog een tweede.
“Nee! Je gaat nú pizza halen en daarna de voortent opzetten!”
Bij het afrekenen ging het nogmaals zo: “Ik zou nog wel een biertje lusten.”
Maar zij verbood het: “Nee, we gaan nú naar de caravan!” Hoe lang zou de leiband zo strakgespannen kunnen staan?
Waarschijnlijk had iedere gast ook wel zijn ideeën over Rien en mij…
Om wie we ook veel plezier hadden, was de heer Warhoofd. Het was een buurman van een oud-collega van Rien en die collega had bij ons gereserveerd. Kennelijk was het een gezellig buurtje, want hij had iedereen enthousiast gemaakt voor ons bedrijf. Warhoofd belde ons op, hij was al in Frankrijk en vroeg of er nog een plekje vrij was. Het was een vlotte prater, we hadden het onder andere over het weer: onze jonge aanplant kon wel wat regen gebruiken. Hij besloot te reserveren. Een dag voor de geplande aankomst belde hij op: zijn vrouw had hartkloppingen gehad en hij durfde de reis niet aan. Of hij 2 dagen later mocht aankomen? Nou, natuurlijk was dat goed.
Maar op de afgesproken dag kwam hij niet. Dat was wel vreemd, maar we hadden het al geleerd: als mensen geen aanbetaling hebben gedaan, dan blijven ze zomaar weg. Toen ze de dag erop echter nog niet waren aangekomen, hield het ons wel bezig: zou het toch niet goed gaan met die mevrouw?
Diezelfde middag kwamen er nieuwe mensen aan, uit hetzelfde buurtje. Ze vroegen meteen of Warhoofd er al was, want ze hadden hier met elkaar afgesproken. Die buren begrepen er niets van, belden meteen met de kinderen in Nederland. En ook daar snapten ze het niet, want het telefoonnummer dat ze hadden doorgegeven was wel dat van ons…
Dit stel ging de volgende dag een stukje fietsen en zagen tot hun stomme verwondering aan de overkant van de rivier de caravan van Warhoofd staan. Als zijn vrienden naar hem toegaan heeft ie nog steeds niks in de gaten. Ja, hij vond het wel een beetje vreemd, dat klopte wel. Ik had met hem gesproken over jonge aanplant en nu stond hij midden in een dennenbos. En bij binnenkomst had hij gezegd dat hij gereserveerd had, maar de eigenaar had iets gemompeld van : “Ja, dat kan wel”’.
Ook vond hij het wel eigenaardig dat de eigenaar en zijn vrouw volstrekt niet leken op de foto’s die hij van ons had gezien, op de website. Die foto moesten we dus maar eens aanpassen, meende hij.
De volgende dag kwamen ze bij ons. Ze vonden het heel vervelend en wilden ons schadeloos stellen. Schadeloos? Waarvoor? Wat moet je dan berekenen? Dus zeiden we : in de receptie staat een fooienpot op de bar, als u vindt dat u iets moet doen, stopt u daar maar wat in. Even later kwam Warhoofd met een rood hoofd naar buiten: hij had het geld in het koffiezetapparaat gegooid…..
Genieten toch, als je dit soort verhalen herleest?
En ook om van te genieten, sneeuw in de Drôme…