Wat zou het lekker zijn om ’s morgens eens wakker te worden met de gedachte: wat zal ik vandaag eens gaan doen?
Als de verkoop eindelijk definitief is, moeten we bij de notaris verschijnen. We gaan ervan uit dat we het verkoopbedrag per cheque krijgen. Maar nee, de notaris doet aan Internetbankieren. Dat is vrij nieuw, Frankrijk loopt in dat opzicht zo’n 15 jaar achter bij Nederland. Veel wordt met cheques betaald en dat wordt driedubbel gecontroleerd. Bij een cheque uit van meer dan € 100,- is een legitimatiebewijs verplicht. Moet je meer dan € 1000,- afrekenen, dan zijn 2 identiteitsbewijzen nodig. Die bewijslast geldt voor van alles en nog wat. Voor een telefoonaansluiting moet je bijvoorbeeld met een elektriciteitsnota aantonen dat je op dat adres woont, plus de kopie van het paspoort.
We snappen niet goed wat we nog moeten doen bij de notaris. Tot onze verwondering moeten ook wij tekenen op alle papieren van de lening van de koper. Dit was dus ons achtste uur bij deze dame. Daarna gaan we naar de verzekeringsman om onze verzekeringen aan te passen. In Nederland bel je even op, hier moet je alle wijzigingen ondertekenen. En we moeten even een verklaring van de notaris inleveren, dat we ons bedrijf werkelijk verkocht hebben.
Omdat we nog geen koophuis hebben gevonden, gaan we naar de bank. Ons geld moet veilig geparkeerd worden, zodat we straks een ander huis kunnen betalen. Als ik mail voor een RDV, een rendez-vous, komt er een mail terug: of we even identiteitsbewijzen willen opsturen en het accountantsrapport. He, hallo….we komen geld brengen, niet een lening afsluiten. Maar het zijn de regels, wettelijke verplichtingen, dus dan ben je uitgepraat. De accountmanager zoekt goed uit hoe we het geld kunnen parkeren. Potje A is voor kleine spaarders, dus belastingvrij. Potje B bestaat uit aandelen van de bank, risicoloos, maar de opbrengst wordt gedeeltelijk belast. Daarna ga je naar C, maar de rente wordt volledig als inkomen belast. Als we er samen uit zijn, begint de kopieermachine papieren te spugen: tientallen velletje rollen eruit. Dame zucht terecht: je croule dans les papiers, ik bezwijk onder de papieren..
Op ieder vel vult ze dingen in en dan mogen wij tekenen, met de woorden “gelezen en akkoord bevonden” plus ook nog “dat we met de inhoud akkoord gaan”. Anderhalf uur kost het en dan nog is het niet geregeld. Het geld is namelijk die middag aangekomen bij de bank en dan moet eerst de herkomst gecontroleerd worden. We zien er niet uit als criminelen die geld moeten witwassen, er is geen opbrengst uit het drugscircuit, maar toch: we moeten de volgende dag de verkoopakte van het huis laten zien.
We hopen dan in rustiger vaarwater terecht te komen, maar diezelfde avond wordt onze Gaia ziek, de kleine Abessijn. Ze ruikt wel aan het eten, maar ze eet niks. Maandagochtend zit ik bij onze eigen dierenarts. Met een röntgenfoto stelt ze vast dat de kleine verstopt zit. Dus hup, een klodder laxeer erin. Net thuis komt die er meteen weer uit, de volgende ook en ze blijft maar spugen. Ik ben in alle staten, na Tosca nog een poesje verliezen, dat kan niet. Daarom ga ik ’s middags naar een andere dierenarts. Die constateert hetzelfde probleem en geeft een ander laxeer met maagbeschermer. Het helpt niks, dus de volgende ochtend pakt hij het rigoureus aan: het kleine ding is ondanks de verstopping al 10% van haar gewicht kwijt.
Dus krijgt ze twee klysma’s plus twee injecties diep in haar vlees. Ze krijst, bijt, rukt en krabt ons tot bloedens toe. Maar het helpt: de verstopping is binnen 5 minuten voorbij en de injecties doen hun werk. Met gekookte kip krijg ik haar weer aan het eten en binnen een paar dagen heeft ze haar gewicht terug. Of het probleem veroorzaakt is doordat ze steeds het seniorenvoedsel van de gecastreerde katers kaapt, weten we niet. Misschien is het een virus, want ook de mannen krijgen last van hun maag. Maar die zijn standaard te dik in de winter, dus die kunnen een stootje hebben.
Ondertussen hebben we gehoord dat Riens favoriete oom een hersenbloeding heeft gehad. Het is exact een jaar geleden dat Rien met zijn broer naar Engeland ging om oom ervan te overtuigen dat hij niet langer zelfstandig kon wonen. Hij begon net een beetje te wennen in zijn nieuwe woonomgeving. Steeds vaker kregen we hem niet aan de telefoon, omdat hij in de huiskamer was. Hij had zelfs al heel voorzichtig contact gelegd met een dame van 94 jaar, die net zo vergeetachtig was als hij..
Ondanks de hersenbloeding bleef hij grappen maken:” Moet ik voor de scan ook lachen?” En: “ Als ze wat zien op die foto’s heb ik in ieder geval nog hersens””. Dat was de oom die we kenden van vroeger. Maar veel vaker was hij de emotionele man, die het leven niet meer leuk vond, die niet meer wist wie hij voor zich had, die broer T. belde met de dringende oproep: “Je moet nú komen!” en dan bij aankomst niet meer wist waarom… Toen er een longontsteking bijkwam en hij stopte met eten en drinken, was het snel gebeurd. Jammer voor ons, maar voor hem een zegen. Het afscheid was indrukwekkend en waardig, helemaal passend bij oom. Wij wilden vlak voor onze verhuizing even bijtanken in Nederland. Dit keer geen bezoek aan familie of vrienden, alleen uitrusten. Door oom liep het anders en kregen we er een familiereünie bij…
En op die ene, laatste dag, waarop we nog vrienden wilden bezoeken, lag ik in de lappenmand: een mega-kaakholteontsteking. Zomaar, gratis en voor niks kreeg ik die gewenste saaie dag.
Voorlopig zeg ik dat dus niet meer hardop…