Geven en nemen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren geeft de volgende betekenis van deze oude uitdrukking: in den omgang met anderen toegevendheid weten te vereenigen met de zorg voor eigen belang; meegaand zijn. Eigenlijk staat het hier al: geven en nemen moet een beetje in evenwicht zijn. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat iemand die alleen maar wil nemen, ooit daarvan de rekening gepresenteerd krijgt. Het omgekeerde is ook niet goed: als je alleen maar geeft en er weinig voor terugkrijgt: ook dat gaat uiteindelijk mis. Evenwicht dus, in plaats van eenrichtingsverkeer.
Vaak ben ik in positieve zin verbaasd over hoe wij behandeld worden, wat mensen voor ons doen. Neem de vrijwilligers van de camping. Wij zijn niet meer de baas op Domaine du Mûrier en formeel hebben we vrijwel niks meer met hen te maken. Maar ze nemen boodschappen mee uit Nederland, drop, kaas, Allerhandes enzovoort. En dan bieden ze ook nog een etentje aan. Uiteraard willen ze ons nieuwe huis zien en plotseling staan er 2 grote planten in bijpassende bloempotten voor de deur. Hartverwarmend. Maar niet alles is Halleluja.
Dat iedereen benieuwd is naar ons huis, is leuk, en dat begrijp ik ook. Maar het komt niet altijd even goed uit. We zijn echte kilometervreters op dit moment: ongeveer 6 keer per week gaat Rien naar Die, ik 8 maal, telkens 60 kilometer. Iedere week gaan we wel een keer naar Valence om bouwmaterialen te halen, retourtje 80 km. In afgelopen 2 weken moesten we daarnaast 3 x naar de oogarts, ook in Valence. Rien heeft sinds vorig jaar al een grijze vlek in zijn oog en de huisarts vond dat dit weer eens onderzocht moest worden. Denk maar niet dat je zomaar een afspraak hebt! In Die worden we verwezen naar Valence en daar nemen ze de telefoon niet eens op. Doordat ik bij de Urgence moet zijn,vraagt Rien om een RDV. Hij wordt meteen afgepoeierd, maar het toverwoord is dat je al in het bestand zit. Vrijdagmiddag om 12 uur is een rottijd, maar we hebben geen keus. Ik denk nog even: Ha, fijn, kunnen we een keertje rustig opstaan en samen een kop koffie drinken. Zover komt het niet: tijdens het ontbijt worden we gebeld dat er weer bouwmaterialen op ons wachten. Dus de kar maar weer aangekoppeld. Om half 10 verlaten we dit pand, om 16.45 uur zijn we terug. Martin, die ons als vrijwilliger de afgelopen 3 jaren wel 11 maanden heeft geholpen, had die dag langs willen komen. Mijn neef, die 3 weken in de Iris verbleef, ook. Onze klusser liet hen het huis zien, maar ik vond dat wel jammer. De mensen die 4 keer op onze poezen hebben gepast en meteen alle noten raapten, willen ons ook graag bezoeken, maar het past niet in het schema. Gelukkig begrepen deze mensen het allemaal wel, maar dat is niet altijd het geval.
Op een dinsdag zal er Iemand langskomen. Rien wacht tot 18 uur, ondertussen natuurlijk werkend, maar niemand… Bij thuiskomst is hij bekaf en deelt me mee: “Morgen ga ik met jou naar Die, in 1 auto, en ’s middags neem ik vrij. ’s Avonds ook al weer de table d’hôte, ik moet rust nemen, anders red ik het niet”. Het bouwvakken trekt een wissel op zijn rug, wie ben ik om er niet mee akkoord te gaan? Op woensdagochtend komt Iemand in de keuken: Of we die middag in het huis zijn. Nee, maar Rien is er nu. “Vanochtend kan niet, want ik moet naar de markt”. Ik antwoord dat Rien die dinsdag de hele dag gewacht heeft. “Ja, maar toen moest ik naar de bergen. Of wij donderdag of vrijdag in het huis zijn?” Nee, we hebben andere afspraken, die niet zomaar geannuleerd kunnen worden. Nog een keer suggereer ik: “Ga dan nu”, maar dat kan niet. Mezelf kennend klinkt het vast heel geïrriteerd als ik zeg: “Dat zijn de keuzes die je zelf maakt”. Dat loopt dus fout. Een half uur later word ik op een vol terras ter verantwoording geroepen, als een stout kind dat gecorrigeerd moet worden. Ik voel me net een fruitautomaat: als er niet uitkomt wat je verwacht, dan schop je hard tegen de poten aan. En ik sla, net als een echte fruitautomaat, volledig op tilt.
Bertha, de vrijwilligster die alles meemaakt, zegt later: “Je hebt de naam, Jacqueline, je hebt de naam. Jij bent gemakkelijk, bij jou kan altijd alles. Bij Rien was dit niet gebeurd!” Zo, dat is duidelijk en ze heeft nog gelijk ook.
Onze vrienden Marc en Reina treffen het ook niet. Ze bellen als we in Valence zijn, dus dat komt niet uit. Zondag misschien? Ook dan hebben we al afspraken. En dat is best vervelend, want dit zijn nou net mensen die ons heel erg hebben gesteund tijdens het lastige verkoopproces. Als wij geen tijd hebben om op Internet te zoeken naar geschikte koophuizen, doen zij dat. Als ik twijfel over de kleuren in ons huis, denken zij mee, brengen tijdschriften, verwijzen naar bepaalde websites enzovoort. Zij sturen ons ( met name mij) bij als er teveel hooi op de vork komt. Maar terwijl zij dus wel “recht” hebben op onze tijd, zijn ze de eersten die begrijpen dat het niet altijd uitkomt. Het zijn collega’s uit de toeristenbranche en zij hebben dezelfde ervaringen als wij. Soms kruisen mensen je pad, die denken dat je een catalogus bent: ik wil dit en ik wil dat en ik wil het meteen. (Iemand voegde er eens aan toe: Je bent een dienstverlenend bedrijf, dus je hebt het maar te doen….).
Zo hebben wij op 31 januari iedereen een mail gestuurd over de verkoop en later nog een bericht met het nieuwe mailadres. Het leek ons een aardige service naar onze vaste gasten. Ik schreef al eens dat we toen tientallen lieve reacties hebben ontvangen en nog steeds zijn er leuke contacten. Maar ook hier weer een paar die het bont maken.
Voor meneer A. regel ik 2 vakanties en tussentijds mag zijn caravan blijven staan. Het lukt hem later geheel zelfstandig om deze vakanties te annuleren. En ik krijg een mail met de mededeling dat de nieuwe eigenaar dit zo soepel heeft geregeld, of ik hem even wil bedanken. Tuurlijk, kleine moeite. Maar die eerste mail is van zaterdag, een kookdag, en ik vergeet het. Op woensdag krijg ik al een nijdige mail: door mijn tussenkomst heeft de nieuwe eigenaar een reservering voor volgend jaar genoteerd. In het vervolg zou ie het zelf wel regelen. Nou, dat lijkt me een goed idee. Ik hou er niet van om op mijn donder te krijgen voor iets dat ik niet gedaan heb. Meneer B. moet zijn appartement annuleren. Wat ons in 10 jaar nooit is overkomen, gebeurt nu: voor een annulering is alleen de kale huurprijs verzekerd. Betrokkene annuleert bij de nieuwe eigenaar, maar vraagt aan míj hoe het gaat met de andere kosten. Op de site staat vermeld dat de waarborg teruggestort wordt, over de rest hebben wij nooit na hoeven te denken. Ik antwoord dat teruggave van de toeristenbelasting mij ook billijk lijkt, maar dat je over de schoonmaakkosten van mening kunt verschillen. De schoonmaaksters hadden namelijk alvast de bedden opgemaakt.
Ik bedoelde volledig te zijn, maar kreeg meteen een minder plezierige mail terug: “Die schoonmaak is niet voor ons gedaan en bovendien verhuur je die gîte toch wel”. Het is mijn zaak helemaal niet, daarom leg ik het niet eens meer uit. Frankrijk kent geen oproepkrachten, nuluren- of flexcontracten. Op basis van het aantal verhuringen worden de uren van de schoonmaaksters bepaald. Die uren moeten ze maken en die moet je als werkgever dus betalen. Je kunt terecht de vraag stellen voor wie de kosten dan zijn bij een annulering. En als ik niet antwoord, krijg ik een paar dagen later weer een mail: ik wil niet drammen, maar wil je zorgen dat de nieuwe eigenaar de zaak regelt? (Natuurlijk had ik al wel contact gehad met T. en hem voorgesteld alles terug te betalen) .
Een derde annulering vind ik om te lachen. Ik maak in april al een basistekst voor de nieuwe eigenaar, zodat hijzelf correct op annuleringen kan reageren. Maar ik verneem dat dit niet altijd gebeurt. Dus stuur ik ongevraagd de bevestiging van de aanbetaling nog eens op, met daarin de datum van aankomst, van vertrek en het bedrag van de aanbetaling. Mij een leesbevestiging sturen is kennelijk teveel moeite en een bedankje kan er niet af. Sterker nog: een maand later krijg ik wel een verzoek om een verklaring voor de verzekering te schrijven, met niet alleen het bedrag van de aanbetaling, maar ook de som die men kwijt zou zijn als men wel had kunnen komen. Mijn mond valt open. Zal ik ook even rekeningen bijvoegen van de tables d’hôtes die men misschien wel had willen bijwonen? Of de benzinekosten van uitstapjes die men had willen maken?
Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers. Maar gelukkig zijn er nog steeds een heleboel aardige mensen bij wie het geven en nemen in evenwicht is. Die kleuren mijn meeste dagen zonnig in.