We hebben hier een prachtige zomer. De temperatuur is zoals het hoort in de maanden juli en augustus, tussen de 25 en 30 graden, met af en toe een kleine afwijking. Gemiddeld eenmaal per week regent het even. Niet zo’n hoosbui, waarbij het water rechtstreeks de Drôme inspoelt, maar zo’n zachte regen, echt geweldig voor de tuin.
Het is of de duvel ermee speelt: als wij bij een bepaald stel vrienden eten, stortregent het altijd. Deze keer hadden we afgesproken voor de zondagavond, maar door omstandigheden moesten wij dat doorschuiven naar de donderdag. Resultaat: regen op zondag- en donderdagavond. Dus water nodig voor de tuin? Spreek een etentje af met ons en het komt voor elkaar!
De maaltijd is er, zoals altijd, voortreffelijk. Als er een bloemkoolcouscous op tafel komt, waarschuwt de gastvrouw nog voor de pitten in de olijven. Op hetzelfde moment zegt mijn kies krak..Toevallig heeft Rien de volgende ochtend de jaarlijkse controle bij de tandarts, daardoor lukt het om mij in het drukke schema te passen. Heel vroeg, al om 7.30 uur, heb ik een afspraak. Ik lig er letterlijk op de pijnbank. Het is slechts een kleine reparatie, zegt de tandarts, daarom verdooft hij het niet. Dat kan wel zo zijn, maar het is knap gevoelig.
Thuisgekomen is er net tijd voor het ontbijt en dan moeten Rien en ik allebei naar de dermatoloog. Ik heb een minuscuul talgbultje op mijn ooglid, maar het voelt als een zandkorrel in het oog. Ik knipoog dus de hele dag naar iedereen. Voor de zekerheid doe ik even mooie lingerie aan, want ook al is het meer dan 10 jaar geleden, ik herinner me die eerste keer nog goed bij deze arts: voor je het weet sta je in je ondergoed, voor een lichamelijke inspectie. Toen had ik een beige onderbroekje aan met een witte bh en ik vond het vreselijk dat het geen setje was. Nu moest ik dus voor dat ooglid, maar ik ontkwam wederom niet aan het uitgebreide onderzoek. Dat is natuurlijk een goede zaak: hier in Frankrijk loop je veel vaker in de zon dan in Nederland en dus is de kans op huidkanker ook veel groter. Maar goed, de inspectie in keurig ondergoed heb ik overleefd. Toen het ooglid. Ik moest volgens de dermatoloog naar de oogarts, maar ze wilde het wel even proberen. Onverdoofd maakte ze 4 sneetjes in mijn ooglid en toen was het opgelost.
Daarna was Rien aan de beurt. Hij had een verdacht plekje op zijn voorhoofd en elders een groeiende moedervlek. Zijn hele lijf werd goedgekeurd en het verdachte plekje werd ter plekke verwijderd. En dat is dan weer zo typisch Frans: wij krijgen zelf de kweek mee naar huis, in een envelop, met de brief van de dermatoloog en moeten vervolgens zorgen voor verzending. Dat is al beter dan vroeger: toen ik die eerste keer zo’n plekje liet behandelen moest ik zelf zorgen voor een naald en draad voor de hechting.
Daarna gingen we naar de opticien, eindelijk mijn multifocale bril regelen. De dame van de aanvullende verzekering raadde me aan om naar Opticien Krys te gaan, met die zaak hebben ze een contract. Wat dat inhield, snapte ik niet, maar dat zouden we wel ervaren.
Een alleraardigste jongeman ontving ons, praatte over mijn wensen en ging pas daarna mee naar de monturen. Omdat ik dat ding straks standaard op mijn neus zal hebben, moet de bril aan al mijn eisen voldoen: een licht montuur, sprekend, modern, niet te streng enzovoort. Gelukkig ben ik niet een eeuwige twijfelaar: ik kan 100 brillen op mijn neus zetten en ineens zeggen: dit is hem. En dan brengt niemand me meer op een ander idee. In dit land, met zo vaak zon, is het handig om meekleurende glazen te hebben. Omdat ik een zwart-wit montuur heb gekozen adviseerde de jongeman mij grijskleurende glazen. Daar had ik mooi niet aan gedacht. En ’s middags belde hij nog even op om te vertellen hoe hoog de vergoeding van de aanvullende verzekering zou zijn: ruim 40%. Dat regelt de opticien zelf, hoef ik niet voor te schieten. Een leuke meevaller, want de basisverzekering keert maar € 14,44 uit. Rien gaat meteen een nieuwe leesbril uitzoeken, met deze vergoedingen. Nee, dat is geen misbruik: vanaf 2002 wonen we hier, dit zijn de eerste brillen die we in Frankrijk declareren…
Riens wekelijkse pijnbank: de voornamen van onze gasten. Ik behandel de boekingen voor de gites, heb mailcontact met de gasten en weet daardoor vaak de voornamen van de mensen die komen. Ik schrijf ze voor Rien op een briefje, hij probeert ze in het geheugen op te slaan,maar dat lukt niet altijd. Hij is wat dat betreft ook erfelijk belast: zijn moeder somde altijd alle namen van de zoons en dochters op, de goeie zat er dan geheid wel tussen. Gelukkig is dit niet een groot probleem, hooguit de categorie lastig.
En het is een grappig verschil tussen ons: we komen in Die nogal eens mensen tegen die vroeger bij ons op de camping stonden (en nu bij de nieuwe eigenaar). Rien herkent de gezichten meteen, ik niet. Maar als ik even de tijd krijg weet ik beide voornamen te noemen en vaak het mailadres erbij. Samen komen we er dus wel.
En ook leuk in deze periode: er komt weer veel onverwacht (familie)bezoek aanwaaien. Beslist geen pijnbank, gewoon genieten…